Relateren en structureren

1. Kijk bij het leren regelmatig naar de inhoudstafel. Het is de basisstructuur! Leg van daaruit verbanden tussen de verschillende leerstofonderdelen. 2. Breng structuur aan in je cursus. 3. Duid kernwoorden aan en leg er verbanden tussen. 4. Werk eens met mindmaps waarin je verbanden tussen sleutelconcepten onmiddellijk zichtbaar maakt. Of schematiseer op een andere manier. 5. Kijk bij de leerstof na of je verbanden kan leggen met iets wat je al weet. 6. Breng een nummering aan daar waar mogelijk. 7.Zoek kapstokken (belangrijkste woorden) in een hoofdstuk waarrond je het hele verhaal kan opbouwen. 8. Tracht de onderdelen van een les(senblok) samen te brengen tot een geheel (vb via een schema): zoek de eenheid én de eigen accenten van elk onderdeel! 9. Structureer je cursus zo dat verbanden zichtbaar worden. 10. Blijf je niet alleen de vraag te stellen : wat heeft de lector met dit hoofdstuk/onderdeel voor ogen maar ook: welke rol speelt dit onderdeel in het geheel? Zo blijf je overzicht houden. 11. Durf ook eens te experimenteren met andere vormen van relateren en structureren zoals een mindmap of een visgraat. 12. Neem ook eens een andere cursus ter hand en grijp terug naar enkele cursussen van vorig jaar. Zoek verbanden. Zo krijg je een beter totaalbeeld. 13. Lees al eens een artikel buiten de cursus rond de daar behandelde thematiek en zoek de verbanden op.